Veel reacties tonen het regionaal belang van het complex project over de E17-R4 rond het zuiden en oosten van Gent.
Het studieteam dat de toekomst van de E17-R4 onderzoekt ontving meer dan 2800 inspraakreacties van bewoners uit Gent, Destelbergen, Laarne, Melle en Merelbeke. In de alternatievenonderzoeksnota of AON, die begin maart is gepubliceerd, worden de verschillende alternatieven beschreven voor de E17 en R4 in het projectgebied. De nota werd aan de bevolking gepresenteerd via een folder en vier infomarkten. Dankzij deze inspraakperiode kan het maatschappelijk debat nu echt van start gaan.
Waarover gaat het?
Dit project zoekt een langetermijnvisie voor het viaduct in Gentbrugge, dat voor overlast zorgt voor de buurt, én voor de ruime omgeving. Hiervoor wordt dus niet enkel het viaduct bekeken maar ook het ruimere verkeerssysteem. Het gaat om de driehoek E17-R4-E40 in Gent, Merelbeke, Melle, Laarne en Destelbergen. Er moet een visie op lange termijn ontwikkeld worden, zowel voor het viaduct als voor de omgeving. Hierbij is niet enkel automobiliteit van belang, maar spelen ook leefbaarheid, multimodale bereikbaarheid en groenblauwe landschappen (water en natuur) een belangrijke rol.
Waar staan we nu?
Dit onderzoek volgt de procedure Complexe Projecten en wordt geleid door De Werkvennootschap en het Departement Omgeving. De publicatie van de AON is een belangrijke mijlpaal in deze procedure. Hier worden mogelijke oplossingen opgesomd. Ook wordt beschreven hoe zal worden onderzocht welke alternatieven haalbaar en wenselijk zijn. Er wordt nog géén keuze gemaakt over welke oplossingen de voorkeur krijgen. Deze keuze wordt pas gemaakt ná het uitgebreide onderzoek, dat ondertussen opgestart is.
Naar aanleiding van de bekendmaking van de AON ontving het studieteam 20 adviezen van betrokken instanties en meer dan 2.800 reacties van het brede publiek.
Wat zegt het brede publiek over de AON?
De inhoud van de publieke inspraakreacties is divers, maar kan opgedeeld worden in een aantal thema’s. Een eerste thema gaat over participatie en communicatie. Er wordt gevraagd om meer tijd te voorzien voor de inspraakperiode en om ervoor te zorgen dat de communicatie nauwkeurig en volledig is. Op dit moment wordt alvast gewerkt aan een nieuwe website, die overzichtelijk en duidelijk is. Daarnaast uiten inwoners bezorgdheden over de impact van dit project op de omgeving. Het gaat onder andere over de impact op natuur, landschap, mobiliteit, recreatie, lokale bedrijvigheid,… Deze bezorgdheden worden meegenomen in het verdere onderzoek.
Ook doen inwoners suggesties voor nieuwe alternatieven of andere projectelementen (fietssnelwegen, milderende maatregelen…). De Werkvennootschap en het studieteam bestuderen nu de haalbaarheid van deze voorstellen. Ten slotte zijn er heel wat inwoners die ofwel tegen ofwel vóór één of meerdere alternatieven zijn. Op dit moment zijn bezwaren of voorkeuren geen geldige reden om alternatieven te schrappen. De Werkvennootschap en het studieteam nemen wel alle aandachtspunten mee in het verdere onderzoek. Ze zetten zich voor een opbouwende en transparante samenwerking met alle belanghebbenden.
Wat gebeurt nu met al deze reacties?
Op basis van de inspraakreacties zal een aangepaste versie van de AON worden opgesteld. In deze bijgewerkte nota wordt dus rekening gehouden met de ontvangen reacties. Hoe de reacties precies verwerkt worden, wordt beschreven in een apart document. In dit document worden de reacties niet afzonderlijk beantwoord maar worden ze samengevat en geordend besproken. Beide documenten worden vermoedelijk begin 2025 gepubliceerd via een vernieuwde website. Ook bewoners die hun mailadres achterlieten zullen op de hoogte gebracht worden.
Hoe en wanneer wordt dan beslist?
Tegelijk met het verwerken van de inspraak is ook de verdere studie al gestart. Er wordt onderzocht welke alternatieven de grootste slaagkans hebben en welke niet verder opgenomen moeten worden in het onderzoek. Zo zullen nog een beperkt aantal alternatieven over blijven. De resultaten van dit onderzoek worden vermoedelijk eind 2025 gepubliceerd. Hierover zal opnieuw een inspraakperiode worden georganiseerd.
De overblijvende alternatieven doorlopen daarna een gedetailleerd onderzoek.
Bij elke stap van het onderzoek wordt uitgebreid overlegd met een groot aantal betrokkenen. Denk aan actiegroepen, belanghebbenden, middenveldorganisaties, vertegenwoordigers van ambtelijke instanties en de lokale besturen. Het alternatief dat als beste uit de bus komt wordt overgehouden. Pas na goedkeuring van de Vlaamse Regering is dit alternatief definitief. Over deze beslissing wordt een openbaar onderzoek georganiseerd. Dat zal pas voor eind 2026 of in 2027 zijn.
Van het uiteindelijk gekozen alternatief moet in een volgende fase nog een gedetailleerd ontwerp gemaakt worden. Ook hierbij zullen verschillende procedures gevolgd moeten worden. Pas in deze fase wordt onder andere de impact op perceelsniveau volledig duidelijk. De effectieve start van de werken wordt ten vroegste tussen 2030 en 2035 verwacht.