Via gedeelde ambities

via Kim

Bij de start van de onderzoeksfase werden 10 concrete ambities geformuleerd voor het project. Het gaat om gezamenlijke of gedeelde ambities van de verschillende betrokkenen.

Wat zijn gedeelde ambities? En wat willen we ermee bereiken?

De verschillende belanghebbenden hebben verschillende ambities, maar kunnen die niet elk op zich waarmaken. Door die ambities te formuleren beogen we de partners te inspireren en te mobiliseren rond een gezamenlijk gebiedsprogramma, en op zoek te gaan naar gemeenschappelijke oplossingen.

Zonder al een uitspraak te doen over concrete oplossingen, vormen ze de rode draad doorheen het proces.

De ambities steunen op de 4 projectdoelstellingen die in de startbeslissing geformuleerd werden:

  • Continuïteit van doorstroming op Vlaams en op Europees niveau;
  • Een duurzaam en geconecteerd stadsregionaal mobiliteitssysteem;
  • Leefbare omgevingen (wonen, werken en recreatie);
  • Groene en blauwe landschappen verbinden en versterken.

Nadenken over het grote geheel

Vanuit het inzicht dat in de verkenningsfase is opgebouwd, bieden de ambities een nieuw perspectief dat verder durft te kijken dan het eigen belang. In totaal werden 10 ambities weerhouden.

Inzetten op een verbindend open landschap

De ruimtelijke barrières in de regio, zoals waterlopen of trein- en weginfrastructuren, versnipperen de open ruimte. Tegelijkertijd vormen zij vaak de grens tussen bestuurlijke entiteiten.

Het project en proces rond het E17-viaduct wil een hefboom zijn om deze barrières te doorbreken. Zo kunnen niet alleen het landschap en de natuur herstellen, maar ook erfgoed, wonen, werken, recreëren, landbouw en mobiliteit meer verbinden. Daarnaast kan deze ruimtelijke verbinding een kiem vormen in de transitie naar een intergemeentelijke samenwerking.

Inzetten op multifunctionele productieve landschappen

Productieve landschappen zijn grote en kleine open ruimtes, stedelijk of landelijk. Ze worden beheerd om ecologisch en economisch productief te zijn en leveren een maatschappelijke meerwaarde.

Bij een ‘productief landschap’ gaat het om meer dan de productie van voedsel. Open ruimte en landbouw kunnen ook op andere manieren productief zijn en diensten leveren op het vlak van energie, zorg, ecologie, educatie en recreatie.

Inzetten op groen-blauwe landschappen

Waarom meer groen en water in een versnipperd landschap? Een landschap dat dooradert is met een robuust groen-blauw netwerk bevordert:

  • de biodiversiteit;
  • de ecologische samenhang;
  • de ontwikkeling van meer klimaatbestendige open ruimte;
  • de leefkwaliteit;
  • de gezondheid, zeker in een stedelijke context.

Inzetten op beleefbare landschappen

Deze ambitie poogt om met het project de mogelijkheden te onderzoeken om het landschap in zijn geheel naar een hoger niveau te tillen door het ‘beleefbaar’ en ‘toegankelijk’ te maken voor zowel bewoners als bezoekers. Dat kan, bijvoorbeeld, met zachte recreatie (trage wegen, speelnatuur, …) of met de aanplant van kleine landschapselementen die de visuele beleving en identiteit van het landschap versterken.

Een beleefbaar landschap zet ook de streekidentiteit kracht bij. Dat vereist innovatieve ideeën en initiatieven rond landschapsbehoud en landschapsbeleving, maar ook een geïntegreerde werking en éénduidige communicatie daarrond.

Verbeteren van de leefkwaliteit / leefbaarheid

  • Minder overlast door water-, geluids-, lucht- en trillingsoverlast,
  • minder hitte,
  • bijkomende groene ruimte en ontharding,
  • veiliger woonkernen,

Het E-17 project is een cruciale hefboom om hiervoor kansen te creëren en zo de leekwaliteit in de regio aanzienlijk te verbeteren.

Maximaliseren van de ruimte-efficiëntie

Deze ambitie poogt de bestaande ruimte te herdenken met aandacht voor bestaande (groen)structuren, ruimtelijke draagkracht en ruimtelijke kwaliteit.

Hoe?

  • Woon-, werk- en stedelijke functies verweven op een geïntegreerde manier;
  • Inzetten op kernen met identiteit waarbij nabijheid en buurtleven centraal staan;
  • Barrières beperken.

Deze efficiëntiesprong genereert ecologische, sociale en economische meerwaarde.

Stimuleren van een ander mobiliteitsgedrag

Deze ambitie zet sterk in op een mobiliteitsshift door het STOP-principe te faciliteren: 1. Stappen – 2. Trappen – 3. Openbaar vervoer – 4. Personenwagens. Stimulansen zijn een uitnodigende omgeving en beleid, monitoring en sensibilisering, maar ook initiatieven op maat (denk bijvoorbeeld aan mensen die niet kunnen fietsen).

Vandaag neemt één derde van de Vlamingen de auto voor afstanden van minder dan 1 km. Meer dan de helft van alle autoverplaatsingen is voor afstanden kleiner dan 5 km (OVSG, 2018). Er is dus zeker marge om mensen te motiveren tot het maken van een modal shift.

Fijnmazig fiets- en voetgangersnetwerk

Het doel van deze ambitie is dat mensen zich prettig voelen op hun fiets omdat ze zich snel, veilig, stressvrij en comfortabel kunnen verplaatsen.

Wat is daarvoor nodig?

  • Uitbreiding en opwaardering van het fiets- en voetgangersnetwerk;
  • Missing links oplossen;
  • Nieuwe verbindingen creëren;
  • Mobi-punten op plaatsen waar je kan switchen naar een ander vervoermiddel (bijv. een openbaar vervoerhalte gecombineerd met deelfietsen).

Performant openbaar vervoernetwerk

Deze ambitie wil inzetten op het versterken en doortrekken van bestaande en geplande lijnen in het openbaarvervoernetwerk. Bedoeling is om zowel de huidige (woon)wijken, dorpen en deelgemeenten als nieuwe ontwikkelingen beter te ontsluiten en met elkaar te verbinden.

Wat is hiervoor nodig? Ruimtelijke ontwikkelingen op goed gepositioneerde knooppunten of assen van openbaar vervoer die aanzetten tot combimobiliteit en zo ook kernen en ondersteunen.

Naar een uitgepuurd gemotoriseerd vervoernetwerk

De ambitie is om op relevante locaties mobipunten en stedelijke hubs uit te bouwen waar combomobiliteit wordt gefaciliteerd (autodelen, parkeermogelijkheden, laadpalen enz.).

Dit moet een coherent systeem creëren tussen de E40, E17 en R4, en binnen het volledige verkeersnetwerk. In dit hiërarchisch netwerk wordt gestuurd op internationale, regionale en lokale stromen alsook hun onderlinge relaties.